Monday, June 15, 2009

Toeters en bellen !!!

Lieve lezers en lezeressen,

Hoera! Eindelijk!! Het is zover!!! Zowat een ganse week geleden, op dinsdag 9 juni 2009, omstreeks deze laat-namiddagse tijd, heeft Aloysia Prima, onder een enorme belangstelling van talloze collega's haar laatste lesstonde gehouden. Dat sommige van haar medeleerkrachten, en ook leerlingen, daarbij meer dan één traan verdoken wegpinkten en anderen daarentegen behoorlijk uit de bol gingen, laat zich licht raden. Eilacen, van deze onvergetelijke, aandoenlijke momenten kan uw bereidwillige dienaar U, voorlopig althans, nog geen lichtdrukmaal laten aanschouwen. Dientengevolge neem ik de vrijheid om alhier enige ruimte te creëren, teneinde alsnog op een later tijdstip over te gaan tot het tentoonstellen van eventuele illustraties.


Vanzelfsprekend zal in de toekomst mijn eegade geen gelegenheid meer laten voorbijgaan om al dan niet bevriende staten per vliegtuig of anderszins met een pontificaal bezoek te vereren. Wat onze hoogwaardige onfeilbaarheid dan weer zal toelaten om jullie uitgebreid kond te doen van dergelijke uitstappen.

Deze bedenking leidt mij momentaneel naar een korte beschouwing over een dergelijk evenement, dat eind vorige maand, ruim een week voor het feest van Pinksteren, plaatsvond. Eerder tegen onze gewoonte in, verplaatsten wij ons om die tijd per autocar naar de hoofdstad van de BRD, die toevalligerwijze datzelfde weekeinde haar zestigste verjaardag met een waar volksfeest meende te mogen vieren. De volgende afbeelding, in levenden lijve te aanschouwen op een bewaard gedeelte van de wereldberoemde Muur die de genoemde stad jarenlang verdeelde, laat aan duidelijkheid niets te wensen over en wil ik jullie dan ook niet onthouden.



Het zou ons te ver leiden, mochten wij jullie allen, en één in het bijzonder, hier een gedetailleerd overzicht willen bezorgen van dit dagenlange aangename tijdverdrijf, doch enige hogelijk gewaardeerde gebeurtenissen mogen hier zeker niet ontbreken. Zo was er de verregaande verbroedering met de Berlijnse bevolking die uwe pauselijke voorganger niet wilde ontlopen. Niet dat ik, als andere wereldbekende hoogwaardigheidsbekleders ooit voor mij, zo ver wilde gaan op plechtstatige wijze te verklaren : "Ich bin ein Berliner", maar het met smaak tot mij nemen van het aanverwante 'Berliner Wurst' kon ik echt niet laten. Dat Aloysia zulks op de gevoelige plaat wilde vastleggen voor het nageslacht en anderen, staat mij dan weer toe om hieronder een sprekende illustratie te publiceren.



De gedachtensprong van deze exquise lekkernij naar een volgende lichtdrukmaal behoeft geen languitgesponnen explicatie, doch ik kan het niet aan mij voorbij laten gaan er toch wat over te poneren: in het Versaille(s)achtige Sanssouci, dat wij uiteraard eveneens met een bezoek verblijdden, herontdekten wij de grafsteen van Frederik de Grote, naast de laatsterustplaatsen van elf van zijn uitgesproken favoriete windhonden en wijl wij ietwat verbouwereerd zijn eigen zerk bekeken, was er een erg lokale autochtoon die ons op zijn spontane manier inlichtte over de reden waarom hijzelf en zijn soortgenoten jaarlijks rond Sinksen enige patatten als eerbetoon aan de "Alte Fritz" op en rond zijn graf leggen. Dat zit namelijk zo (met dank aan Jacobus Kervel):

"De 17e en 18e eeuw waren roerige tijden, vol oorlogen in Europa. En waar oorlog is, daar is ook hongersnood. Granen waren niet te verbouwen. Oogsten mislukten en de grote leiders zochten naarstig naar een ander eetbaar gewas. De kenners wisten dat er zo´n gewas bestond. De aardappel. Maar onder de gewone bevolking bestond een enorme weerstand tegen de knol.
Frederik gaf het bevel om enorme velden met aardappelen te verbouwen. Het Kartoffelbefehl. Maar de boeren weigerden. Het gezegde ´Was der Bauer nicht kennt, frisst er nicht´ stamt uit het Pruisen van deze tijd. Fritz stuurde soldaten naar de velden om erop toe te zien dat de boeren het bevel toch opvolgden. En zo volgde er in de zomer van 1755 een prachtige oogst van aardappelen. Maar geen hond die ze wilde eten.
Volgens het verhaal heeft Frederik toen honderden boeren en soldaten bijeengeroepen om toe te kijken hoe hij zelf een bord vol met dampende patatten verorberde. Kokhalzend en vol walging keek het publiek toe. Maar Frederik at smakelijk door. En bleef leven. Zo meldden de eerste durfals zich aan om ook een aardappel te proeven. En uiteindelijk werd Pruisen gered van de hongersnood. Het Pruisische leger sterkte aan en won veldslag op veldslag." Misschien een ideetje voor Crembo in Afghanistan?



Bij het verlaten van het optrekje van Frederik II van Pruisen kon Aloysia enkel verzuchten dat wij voor de rest van ons leven-in-ruste misschien toch enige uitbreiding aan ons eigenste Castel Gandolfo zouden toevoegen, vergelijkbaar met het prieel in Potsdam, waarvoor zij graag poseerde, al was het maar om mijzelf de kans te bieden een fotografie van haar te nemen en jullie aldus een zicht te bieden op de mogelijkheden voor een eventuele renovatie - van het gebouw welteverstaan! - , al dan niet subsidieerbaar door een van onze regeringen.



Die laatste opmerking brengt mij automatisch bij de volgende geïllustreerde overweging: nogmaals is bij de gelegenheid om één van die regeringen mee te bepalen een waarheid als een koe - of zou ik zeggen 'als een geit'? - aan het licht gekomen. De meesten onder ons zullen zich herinneren, dat de grote overwinnaar van de stemmenslag, bijna dag op dag twee jaar geleden, door allerlei openbare, medische, transparante en minder welvoeglijke evenementen aan de kant geschoven werd, zowat monddood gemaakt. Welnu, precies zeven weken na het Hoogfeest van Pasen blijkt de man gezond en wel verrezen te zijn, zodanig dat ik met gerust gemoed de volgende sepiakleurige foto aan jullie allen kan tonen, ten bewijze van mijn zojuist geopperde overtuiging, namelijk dat er toch leven is na de "monddood".



Ziet deze jongeheer er niet stralend als een eerstecommunicant uit met zijn allereerste Sofie? Ik weet zeker dat een groot aantal onder jullie hem al eens eerder, nog niet zo lang geleden, onder ogen hebben gehad, zij het onder een lichtelijk andere vorm.

Wat mij een allerlaatste herinnering aan gebeurtenissen van de afgelopen maand oplevert: vorige vrijdag nog konden onze eeuwigjonge PITO-plussers genieten van hemelsklinkende tonen, voortgebracht door het eeuwenoude orgel in de Roomse kerk van Hoogerheide, tonen die werden veroorzaakt door de vingers en voeten van de "zeventienjarige" onder ons, Staf voor de vrienden. Uwe pauselijke Hoogwaardelijkheid heeft zich zowat suf gezocht naar afbeeldingen van het bewuste kerkorgel, maar hij is er enkel in geslaagd een illustratie van de kerk zelf op te duiken, het is dan ook niet meer dan passend en rechtvaardig om daarmee deze laatste bulle voor de Grote Vakantie af te sluiten.



A.P.