Tuesday, May 15, 2007

(Laatste) Opendeurdag

Waarde volgelingen en anderen,

De afgelopen vier weken zijn voorbijgevlogen, mede dankzij de vele feestjes, festivals, festiviteiten en andere feestelijkheden. Vandaar dat ik mij nu alweer in stille bescheidenheid voor het klavier bevindt om elk van jullie, en één (of zijn het er toch twee?) in het bijzonder, blogsgewijze te onderhouden aangaande de vervlogen gebeurtenissen sinds ons laatste contact via ditzelfde medium.

Wat geenszins onvermeld mag blijven is het eeuwfeest van Ines en haar echtgenoot, die een groot aantal onder ons confronteerden met een aan zekerheid grenzende quasi- onmogelijkheid: na wat méér dan een eeuwigheid leek een hartelijke ontmoeting en dito avondlijke conversatie met de énige échte onvervalste Lucas Dierckens, die op de hem eigen schalkse wijze een tweetal onder ons allerlei tips en goede wenken meegaf voor een stilaan wenkend renteniersbestaan, waarvan hijzelf al bijna tien jaar met overvolle teugen (beaujolais) zit te genieten. Wat men noemt, een schot in de roos, Ines en Swa. Dat "Ineske" een dergelijk exploot tot realiteit bracht zonder enige schijnbare moeite, mag blijken uit de hieronderstaande fotografische afbeelding. Vraag mij echter niet of deze illustratie ontstond voor of na het prachtige avondfeest, waarop wij nog lang met dankbaarheid zullen terugblikken.



Een feestelijkheid die ons zeker ook nog lang zal bijblijven is natuurlijk het afscheid dat wij gezamenlijk namen van directeur Ansoms. Vanuit mijn pauselijke intuïtieve onfeilbaarheid voel ik aan dat voornoemde schoolbestuurder aanvankelijk nog enige moeite zal ondervinden om van zijn nieuwe status te genieten, maar de Heilige Geest fluistert mij tevens tegelijkertijd in, dat over een zestal weken (het mag iets meer zijn, Fons!), met name vanaf de feestdag van de HH. Apostelen Petrus en Paulus, ook ere-directeur Henri definitief vrede zal nemen met de onontkoombare werkelijkheid. Dat ook zijn eega al uitkijkt naar die dag, kunnen wij ons levendig voorstellen.



Via dit bullarium kunnen wij hen beiden enkel het allerbeste toewensen vanuit onze al te menselijke verdoken pauselijkheid.


Tenslotte wilde ik het in dit schrijven terloops toch ook nog even hebben over de feestelijkheid waarnaar reeds in de titel verwezen wordt. Ik weet niet meer precies de hoeveelste opendeur in ons Instituut deze was, mijn onfeilbaarheid wordt hierin gecounterd door een meer en meer oprukkende vergeetachtigheid; ik meen mij te herinneren dat in lang vervlogen tijden een dergelijke festiviteit slechts tweejaarlijks plaatsvond, om nog maar te zwijgen van de zalige dagen dat een dergelijk festival eenvoudigweg onbestaande (en dit letterlijk!) was, maar dat het, voor mijn pauselijkheid persoonlijk, definitief de laatste is geweest staat buiten kijf. Om deze laatste Opendeurdag op een eerbiedwaardige, toch alleszins originele, wijze tot een goed einde te brengen, hadden enkele, mij onbekende, onverlaten het denkbeeld opgevat om deze oude "krijger" niet in de hem vertrouwde verscholen omgeving ofte schuilplaats, het vreemdetalenlokaal, te laten optreden maar integendeel de kans te gunnen volop dienstbaar te zijn aan alle bezoekers van onze Instelling op deze heuglijke dag. Naar godsdienst en vermogen heb ik mij samen met voornamelijk een groot aantal jonge enthousiaste collega's van deze taak gekweten en achteraf, moet ik toegeven, spijt het mij hartsgrondig dat ik niet eerder de kans heb gekregen mij op deze onnavolgbare manier volledig in te zetten. Misschien kan in de toekomst eraan gedacht worden om eventueel PITO-plussers alsnog in te schakelen. De hieronderstaande fotografie geeft min of meer weer wat ik hoger beschreven heb, meen ik in al mijn bescheidenheid.




Tenslotte, als allerlaatste, wil ik vanaf dit preekgestoelte een allereerste keer vermelden en hulde brengen aan de "bondgenoot" die al deze mijmeringen, overwegingen, beweringen, uitspraken en wat dies meer zij telkens weer mogelijk maakt, omdat hij elke keer wanneer de Iden van de maand eraan zitten te komen Uw aller Pauselijke Onderdaan op alle mogelijke en onmogelijke wijzen aan zijn humane taak herinnert. In de hieronderstaande afbeelding wordt geïllustreerd, hoe hij geconcentreerd en vol overgave al jarenlang een uitgebreid filmverslag van de Opendeur bij mekaar filmt, in het geheel niet gehinderd door de vraag of een dergelijke
inspanning ook tot enig nut strekt. Heil, Marco!



Rest mij niets meer dan jullie allen, en N.R. in het bijzonder, te groeten en te danken voor het opgebrachte geduld bij het lezen van dit geschrift.

Aloysius Primus