Tuesday, April 15, 2008

Bij het breken van het brood ...

Waarde piëteitsvolle lezeressen en lezers,

Wederom is het de tijd van de maand voor het beurtelings parkeren en heden nog zal mijne pauselijk-onfeilbare Hoogheiligheid via dit kanaal het woord tot U allen richten, teneinde met gerust gemoed de komende gebeurtenissen af te wachten in de stellige zekerheid dat het verslag van de afgelopen gebeurtenissen U allen, en één in het bijzonder, kond is gedaan.
Vooreerst ervaar ik het als een zalige plicht jullie mede te delen, dat zowel Aloysia Prima als mijne Hoogwaardigheid zelve, een gelukzalige, quasi-hemelse week hebben kunnen en mogen doorbrengen aan de jullie ondertussen al wel erg bekende costa del sol del golf, ons beider geliefde vakantiebestemmingsgebied. Terwijl de meesten onder jullie de maartse buien en aprilse grillen het hoofd trachtten te bieden, verkeerden wij in een toestand van hemelse gelukzaligheid (een hele week onder een strakblauw uitspansel en op een zonovergoten strand, met temperaturen die als hoogzomers aanvoelden); getuige hiervan mag het hieronderstaande lichtdrukmaal zijn, waarin mijn eega afgebeeld staat, terwijl zij zich ten volle uitleeft in het lokale openluchtzwembad.

Naast die sportieve activiteiten konden wij het weer eens niet laten om ook het historische en culturele luik aan bod te laten komen en zo brachten wij eveneens een bezoek aan de moorse stad Granada, echter zonder het plaatselijke Alhambra met een visite te vereren. Voor de transportatie vanuit Fuengirola deden wij voor het eerst een beroep op het Spaanse Openbaar Vervoer, met name een busverbinding van ongeveer twee uur, vermits ons een verplaatsing met de trein afgeraden werd door een autochtone spoorbeambte, die meende de uitdrukking "loco" te mogen gebruiken, toen wij dat plan opperden; hij dacht dat zulk een reis nauwelijks binnen één etmaal volbracht zou kunnen worden. Toen wij Granada bereikten en de stad te voet doorkruisten, kwamen wij tot de vaststelling dat zijzelf zeker ook heel wat te bieden had, getuige hiervan hieronder te bewonderen.

Het zou ons absoluut veel te ver leiden, indien wij ertoe zouden overgaan om jullie nog meer van al dat fraais op te dienen, maar uitzondering dient toch gemaakt voor een detail dat ons plotselijk in het oog viel bij het dwalen door de vele typische smalle straatjes, op weg naar een panoramisch zicht op het oude stadsgedeelte; bij het betreden van de Calle San Jeronimo bemerkten wij plotsklaps een niet mis te verstane verwijzing naar een bedevaartsoord dat in nog niet zo lang vervlogen tijden bezocht werd door Nonkel Fons en dat hij ongetwijfeld onmiddellijk ook zal herkennen. Je hoeft daarbij niet afgeleid te worden door mijn pauselijke sokken, maar richt de blik iets hoger en het wordt meteen duidelijk.

Tot daar het relaas van die onvergetelijke vakantieweek. Vermeldenswaard daarbuiten is zeker ook nog de ontmoeting met enkele oud-collega's in het Koetshuis aan het Ravenhof op Goede Vrijdag, de dag voor de regering Leterme I in het leven werd geroepen, waarbij menig brood werd gebroken en ettelijke bekers werden geledigd. Verder ook nog het paaseierenraapfeest, waarvan hieronder een beeld geschetst wordt van dat gebeuren bij de bomma.

Tot daar deze goede mare vanuit mijn eigenste vaticaan, net op het moment dat ik verneem dat mijn confrater Benedictus de grote plas is overgestoken om George junior een bezoekje te brengen. Die twee zullen het wel goed bij elkaar vinden, denk ik zo.

Deze overwegingen wil ik niet afsluiten zonder De Oude Krijger het allerbeste toe te wensen met de uitslag die Hij vandaag of morgen ontvangt en waarover Hij ons ongetwijfeld één van de komende dagen zal berichten.

A.P.